Jaap Bouhuijs

Biografie:

Jaap Bouhuijs was schilder, beeldhouwer en monumentaal kunstenaar.

Hij werd 31 juli 1902 in Arnhem geboren waar hij leerling was van de Middelbare Kunstnijverheidsschool, hierna volgde hij de Rijksnormaalschool in Amsterdam (de huidige Rietveld Academie), waar hij de aktes LO en MO tekenen behaalde om uiteindelijk zijn studie af te ronden met een achtjarige opleiding aan de Rijksacademie, waar J.H. Jurres en R.N. Roland Holst zijn leermeesters waren. In 1932 ontving Bouhuys de zilveren medaille van de Prix de Rome in de categorie “monumentale schilderkunst”. Jaap Bouhuijs woonde in Arnhem, Amsterdam (met een periode in Rome, Parijs en Londen) en vanaf 1952 met zijn vrouw, de kunstenares Nell Klaassen, in Zandvoort. Op 2 januari 1983 overleed hij in Haarlem.

Jaap Bouhuijs was een begaafd en origineel schilder. In zijn Parijse periode maakte hij kennis met Pablo Picasso en Georges Braque, waarbij het kubisme en de zoektocht naar een eigen expressie van beide kunstenaars een grote invloed op hem hadden. Hij wist daarbij zijn schilderstijl op geheel eigen wijze te benaderen, waardoor zijn werk een eigen, herkenbaar karakter kreeg. Ook zijn kleurgebruik is zeer herkenbaar. Wellicht verkreeg hij deze intensieve kleuren, doordat hij zijn verven zelf uit oliën en pigmenten samenstelde. Typerend voor het werk van Jaap Bouhuijs zijn verder een goed opgebouwde compositie en een interessante vlakverdeling, die rechtstreeks inhaken op het kubisme.

Naast schilderijen maakte hij tekeningen en aquarellen, monumentale wandschilderingen, gobelins, gebrandschilderde ramen, mozaïeken, beelden in brons, hout en steen, en ontwerpen voor glas-in-lood ramen. Hoewel veel van Bouhuijs’ werk over de hele wereld verspreid is en zich ook in musea bevindt, geniet de kunstenaar tot op heden weinig bekendheid bij het grote publiek. De oorzaak hiervan komt wellicht door de bescheiden opstelling van de kunstenaar. Hij deed er weinig aan om naamsbekendheid te krijgen. Evenmin was hij een actieve verkoper van zijn werk. Hij hield zich enkel bezig met waar hij goed in was: schilderen.

Scheen 1969/1970, deel I, p. 145
Jacobs 1993, deel A-K, p. 162
RKD-nr. 11387